Psalms 9


U hebt de kleine kinderen geleerd
U volmaakt te prijzen.
Hun voorbeeld zal uw vijanden
en hen die op wraak zinnen,
beschaamd doen staan
en tot zwijgen brengen!

1 Als ik ʼs nachts omhoogkijk naar de hemel
en het werk van uw handen zie,
de maan en de sterren,
die U hun plaats gegeven hebt,

2 wat is dan de mens,
dat U zoveel om hem geeft?
Wat is een mensenkind
dat U Zich om hem bekommert?

3 En U hebt hem een plaats vlak onder Uzelf gegeven,
U hebt hem gekroond met heerlijkheid en eer.

4 U hebt hem zelfs het beheer gegeven
over alles wat U hebt gemaakt,
alles staat onder zijn gezag:

5 alle schapen en runderen
en andere dieren in het veld,

6 de vogels in de lucht
en de vissen en andere wezens in de zee.

7 O Here, onze God,
de majesteit en glorie van uw naam
vullen de hele aarde!

8

Een psalm van David voor de koordirigent.

9 Te zingen op de wijs van ‘De dood van de zoon.’

10 Here, ik prijs U
met mijn hele hart.
Ik vertel iedereen
over de geweldige dingen die U doet.

11 Ik loop over van blijdschap en vreugde
dankzij U.
Over U wil ik zingen,
U bent God, de Allerhoogste!

12 In uw nabijheid zullen al mijn vijanden
neervallen en omkomen.

13 U hebt mijn eerherstel bewerkt
en mij bevestiging gegeven.
Vanaf uw troon
hebt U het recht laten zegevieren.

14 De volken hebt U bedreigd
en de slechte mensen vernietigd,
zodat hun namen voor eeuwig zijn uitgewist.

15 De vijanden zijn voor eeuwig veroordeeld!
De Here zal hun steden vernietigen.
Zelfs de herinnering eraan zal vervagen.
16Maar de Here zal eeuwig leven

17 en op zijn rechterstoel
de volken van deze aarde rechtvaardig oordelen.

18 Ieder die wordt verdrukt,
mag bij Hem komen.
Hij is een schuilplaats
voor wie in nood is.

19 Ieder die uw liefde en genade kent, Here,
zal zich voor hulp tot U richten.
U laat iemand die zijn vertrouwen op U stelt
niet in de steek.

20 Prijs de Here
die in Jeruzalem woont.
Laat de hele wereld horen
over zijn onvergetelijke daden.
Copyright information for NldHTB